bouwwoede

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bouwwoede. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bouwwoede, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bouwwoede in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bouwwoede is hier. De definitie van het woord bouwwoede zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbouwwoede, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bouw·woe·de
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwwoede bouwwoedes
verkleinwoord

de bouwwoedev / m

  1. (te) grote bouwactiviteit
    • Meer vraag uit China, de bouwwoede van president Donald Trump en stakingen in de grootste mijn ter wereld, zorgen er volgens hem voor dat koper duurder is geworden. [1] 
    • Ban Ki-moon had dinsdag voor de Veiligheidsraad zware kritiek op de Israëlische bouw van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. De secretaris-generaal wil dat de bouwwoede stopt. 'De frustratie van de Palestijnen groeit onder een halve eeuw van bezetting en onder het stilliggen van het vredesproces.' [2] 
    • Zelfs in Utrecht en Amsterdam neemt de druk af. Dat is het gevolg van een ongekende bouwwoede. Corporaties hebben sinds 2011 bijna 18.000 nieuwe kamers opgeleverd. Private partijen bouwden 13.000 eenheden. En er zijn plannen voor nóg eens 18.000 studentenkamers, die de komende twee jaar opgeleverd moeten worden. [3] 
72 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]