Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
bromvogel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
bromvogel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
bromvogel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
bromvogel is hier. De definitie van het woord
bromvogel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
bromvogel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de bromvogel m
- (gierzwaluwachtigen) (Suriname): benaming voor vogels uit de familie Kolibries, Trochilidae
- ▸ ⧖ De zwarte Trochilus of Brom-vogel is de kleinste van allen, zynde niet dikker dan de top van een mans vinger, en van den kop af tot aen het einde van den staert niet meer dan anderhalven duim lang. De bek is zwart en regt, uitgezonderd aen de punt, daer hy een kleine kromte heeft. Deszelfs lengte is van omtrent zes liniën, en zyne dikte, gelyk die van een gewone naeld. De groote wiek en staert vederen zyn git zwart, maer die, welke de rest van het lichaem dekken, hebben een groenachtig bruine couleur, met een rooden weerschyn, die onvergelyklyk glanzig is.[1]
- (neushoornvogelachtigen) (Zuid-Afrika): bepaald soort vogel, Bucorvus leadbeateri uit het geslacht hoornraven
- «485. Bucorvus Abyssinicus (Gm.) B. Leadbeateri Brom-vogel of colonists. They get their name form the droning cry they utter.»[2]
De bromvogel van de kolonisten. Zij kregen hun naam van het brommende geluid dat zij voortbrengen.
- ↑ Weblink bron
Bancroft, Edward
“Beschryving van Guiana, en een bericht van de rivieren en plantagien Berbice, Essequebe en Demerary. In brieven.” (1794)
- ↑ Weblink bron “The Birds of South Africa” (1867)