broodbezorger

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord broodbezorger. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord broodbezorger, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je broodbezorger in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord broodbezorger is hier. De definitie van het woord broodbezorger zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbroodbezorger, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

1. Een broodbezorger aan het werk in 1948.
Uitspraak
Woordafbreking
  • brood·be·zor·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord broodbezorger broodbezorgers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de broodbezorgerm

  1. (beroep) iemand die brood aan huis bij de kopers aflevert
    • Hij begon de opleiding nadat hij dankzij een Frans vriendinnetje in Parijs was beland en met zijn bescheiden Frans alleen werk vond „als broodbezorger om 5 uur ’s ochtends”. 
    • Voorlopig treedt hij in dienst bij een bakkersbedrijf, waar hij een volwassen broodbezorger meehelpt bij het duwen van de kar. 
  2. (beroep) (geschiedenis) iemand die in een instelling waar mensen verbleven over de opslag en verdeling van brood ging
    • Trouwens de verpleegden hadden voor de Tweede Wereld Oorlog velerlei baantjes onder meer: broodbezorger, tuinman, waterbrenger, behanger, schoorsteenveger en zelf heb ik via, via het zwemmen geleerd bij de verpleegde-badmeester, naar ik meen “Koppelstok”. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen