buitje
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord buitje. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord buitje, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je buitje in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord buitje is hier. De definitie van het woord buitje zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbuitje, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buitje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbœycə / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbœʏcjə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈbœːtjə/
Woordafbreking
- bui·tje
Zelfstandig naamwoord
het buitje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bui
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord buit
Gangbaarheid
- Het woord buitje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buitje" herkend door:
| 98 % | van de Nederlanders; |
| 93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
