burgemeester

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord burgemeester. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord burgemeester, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je burgemeester in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord burgemeester is hier. De definitie van het woord burgemeester zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanburgemeester, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

burgemeester
burgemeester van een molen
Uitspraak
Woordafbreking
  • bur·ge·mees·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord burgemeester burgemeesters
verkleinwoord burgemeestertje burgemeestertjes

Zelfstandig naamwoord

de burgemeesterm

  1. (beroep), (politiek) hoofd van het gemeentebestuur
    • De burgemeester sprak met de pers deze ochtend. 
     Ik neem aan dat het nu over raadsleden, burgemeesters en dat soort lui gaat. En hoger.
  2. (molenaarsambacht) het bord onder de spil van een molen
     Bovendien bleek de burgemeester aangetast door de bonte knaagkever en moest dus vernieuwd worden.
  3. (steltloperachtigen) de naam van een tweetal meeuwensoorten:
    de grote burgemeester
    de kleine burgemeester
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden

"hoofd van het gemeentebestuur"

Iemand die met de vijand samenwerkt om erger te voorkomen
  • Eens burgemeester, blijft burgemeester
Wie eenmaal een bepaald maatschappelijk aanzien (goed of slecht) heeft, raakt dat niet of heel moeilijk meer kwijt
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen