carnavalsstoet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord carnavalsstoet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord carnavalsstoet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je carnavalsstoet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord carnavalsstoet is hier. De definitie van het woord carnavalsstoet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancarnavalsstoet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
carnavalsstoet
  • car·na·vals·stoet
enkelvoud meervoud
naamwoord carnavalsstoet carnavalsstoeten
verkleinwoord

de carnavalsstoetm

  1. (feest) optocht die deel uitmaakt van het carnavalsfeest en bestaat uit verklede mensen en praalwagens
     Het was het beeld van het carnaval van de Vlaamse stad Aalst van vorig jaar: een praalwagen met dansende mannen met pijpenkrullen, haakneuzen, uitpuilende geldkisten en geknutselde ratten. Joodse stereotypische karikaturen die volgens een groot deel van de wereld niet op zo'n feest thuis horen. Als zondag de carnavalsstoet weer door de stad rijdt, kijkt de hele wereld mee.[2]
     Het Zomercarnaval wordt dit weekend gehouden. Hoogtepunt is de Straatparade overmorgen, een tropische carnavalsstoet die honderdduizenden belangstellenden trekt. Vorig jaar ging het niet door vanwege een zware zomerstorm.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    Hannah van der Wurff
    “Alle ogen gericht op carnaval in Aalst na ophef over Joodse karikaturen” (21-02-2020), NOS
  3. Bronlink Weblink bron “Zomercarnaval Rotterdam op erfgoedlijst” (28-07-2016), NOS