carport

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord carport. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord carport, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je carport in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord carport is hier. De definitie van het woord carport zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancarport, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
En carport
Een carport
  • car·port
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘afdak voor auto's’ voor het eerst aangetroffen in 1979 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord carport carports
verkleinwoord

de carportm

  1. (verkeer) een afdak waaronder een auto kan worden geparkeerd
    • Wij hadden geen garage maar wel een goedkopere carport. 
88 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]


enkelvoud meervoud
carport carports

carport

  1. (verkeer) carport


  • car·port
  • Afkomstig van het Engelse zelfstandige naamwoord carport
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   carport     carporten     carporter     carportene  
genitief   carports     carports     carports     carportenes  

carport, m

  1. (bouwkunde) carport
  1. Statsspråk, Nr. 3 - 2008, side 2: På godt norsk: carport


  • car·port
  • Ontleend aan het Engelse zelfstandige naamwoord carport
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bilbås     bilbåsen     bilbåsar     bilbåsa  

carport, m

  1. (bouwkunde) carport
  1. Statsspråk, Nr. 3 - 2008, side 2: På godt norsk: carport