catwalk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord catwalk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord catwalk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je catwalk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord catwalk is hier. De definitie van het woord catwalk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancatwalk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een catwalk
  • cat·walk
  • van Engels catwalk [1]
    • in de betekenis van ‘nauwe loopbrug voor modeshows’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord catwalk catwalks
verkleinwoord

de catwalkm

  1. langgerekt smal podium met aan weerszijden publiek, zoals die waarop mannequins kleding showen
    • Bijna vijf maanden lang zijn de deelneemsters elke zondag samengekomen in het theater om onder leiding van Kienno hun repertoire door te nemen. Eerst de openingsdans op muziek die het midden houdt tussen Bollywood en reggaeton. Daarna de ‘India-ronde’, in traditionele kleding. In groepjes van drie of vier lopen de ‘missen’ over de denkbeeldige catwalk. Om de zoveel meter poseren ze even, sommigen werpen handkusjes richting de grote spiegel. Als laatste wordt de galaronde geoefend, in de meest dramatische avondjurken: stras, tule, hoepels, kant - lichtblauw en roze overheersen. Om de beurt schrijden de missen door het zaaltje. Als iedereen geweest is, gaat Kienno voor de groep staan. „Serieus?” zegt hij. „De catwalk is maar twee meter breed. De helft van jullie ligt in het publiek.” Opnieuw, dus.[3] 
    • Het Ampzing-genootschap uit Haarlem staat zeer zeker een beetje apart. Het stelt zich tot doel de taal te vrijwaren van ongewenste elementen die er enkel als "interessantdoenerij" in kunnen komen. Zoals babysitter, of een catwalk. Woorden uit het Engels waar we toch net zo goed "oppas" en "plankier" voor kunnen gebruiken. Of als we het wat speelser willen, ook "zuigelingzitter" of "poesplank".[4] 
     Op je ouwe dag ga je nog carrière op de catwalk maken.[5]
  2. (techniek) smalle loopplank langs een machine of in een constructie
  3. (toneel) hoge loopbrug boven het podium of in een opnamestudio waar theatertechnici gebruik van kunnen maken
     Een blik op de studiovloer bleek voldoende. De vlammen hadden zich al in de gordijnen, het uiterst brandbare decor en de catwalk genesteld.[6]
97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[7]


enkelvoud meervoud
catwalk catwalks

catwalk

  1. (scheepvaart) smalle verbinding om van voren of achteren op de brug van een schip te komen
  2. (toneel) hoge loopbrug boven het podium of in een opnamestudio
  3. (techniek) catwalk smalle loopplank langs een machine of in een constructie
  4. (mode) (figuurlijk) catwalk, langgerekt smal podium met aan weerszijden publiek