cheeta

Nederlands

van Engels cheetah dat komt van Hindi चीता (cītā) "luipaard, panter", in de betekenis van ‘katachtige’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1947

de cheeta m

(roofdieren) bepaald soort zoogdier, Acinonyx jubatus , zeer snelle Afrikaanse katachtige

katachtigen:

1. Acinonyx jubatus, een zeer snel Afrikaans katachtig roofdier

Het woord cheeta staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

85 %	van de Nederlanders;
80 %	van de Vlamingen.