cité

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord cité. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord cité, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je cité in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord cité is hier. De definitie van het woord cité zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancité, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. Straat in de cité bij de mijn Bois-du-Luc op Wikipedia (nl).
  • ci·té
enkelvoud meervoud
naamwoord cité cités
verkleinwoord - -

de citév / m

  1. als geheel ontwikkelde buurt met bedrijfswoningen voor een bepaald bedrijf
    • "(…) Toen hij eens in Middelburg een lezig gaf, hoorde ik dat hij ruimtevaarder was en dat hij geboren was in Sluiskil!" Daar is Van de Vijver zelf ook geboren." In de cité, misschien vijfhonderd meter van de plek waar Lodewijk geboren is. (…)" [2]
49 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]


cité v

  1. (plechtig) stad
  2. (spreektaal) meestal problematische buitenwijk van grote stad
    «Les flammes du mal ont frappé la cité
    De vlammen van het kwaad hebben de buitenwijken getroffen. [1]


vervoeging van
citar

cité

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito indefinido) van citar