Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
conglomeraat. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
conglomeraat, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
conglomeraat in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
conglomeraat is hier. De definitie van het woord
conglomeraat zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
conglomeraat, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘samenklontering’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- uit het Duits en Frans [2]
het conglomeraat o [3]
- (economie) samenklontering van verschillende bedrijven
- AkzoNobel lanceert zijn radicale zakelijke en financiële reorganisatie om de wind uit de zeilen te nemen van opdringerige aandeelhouders onder leiding van de Amerikaanse activist Elliott én van een dreigend overnamebod van de Amerikaanse concurrent PPG. Het concern splitst zichzelf in twee delen, namelijk verf en speciaalchemie (zout, chloor). Waarom? Te weinig overlap, en beleggers houden niet van conglomeraten. Die gelden vanwege hun complexiteit namelijk als bureaucratischer en dus minder efficiënt. Bovendien moeten verschillende bedrijfsonderdelen vechten om investeringsbudgetten, wat ertoe kan leiden dat een veelbelovende tak een matig renderend onderdeel financiert. Beleggers betalen daarom meer voor specialisten. Of zoals Akzo-topman Büchner het noemt: „gefocuste bedrijven”.[4]
- Mallya (61) was 28 toen hij zijn overleden vader opvolgde als hoogste baas van de United Breweries Group (UB Group). Hij bouwde het drankenconcern uit tot een multinationaal conglomeraat van ruim 60 bedrijven. Vooral met het populaire Kingfisher Beer wist hij een fortuin te maken.[5]
- (geologie) samenklontering van losse stenen door een bindmiddel
1. samenklontering van verschillende bedrijven
81 % |
van de Nederlanders;
|
81 % |
van de Vlamingen.[6]
|