cursusleider

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord cursusleider. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord cursusleider, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je cursusleider in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord cursusleider is hier. De definitie van het woord cursusleider zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vancursusleider, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • cur·sus·lei·der
enkelvoud meervoud
naamwoord cursusleider cursusleiders
verkleinwoord - -

de cursusleiderm

  1. persoon die een opleiding of training verzorgt
     In de workshopruimte, de stoelen in een halve cirkel, krijgen de deelnemers onder leiding van cursusleiders Jaro van der Ende en Barbara Veldt om beurten het woord, om te vertellen hoe ze de vorige dag hebben ervaren.[2]
     De winkel wil het ambacht vanaf dit voorjaar tonen aan klanten, vandaar de cursus. „Zorg ervoor”, horen de verkopers cursusleider en sigarenroller Maaike van der Sluis zeggen, „dat je twee of drie lagen dekblad rond de schouder van de sigaar vouwt.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 18 september 2020 Weblink bron
    Brigit Kooijman
    “Een cursus voor milde relatieproblemen” (4 januari 2019) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 18 september 2020 Weblink bron
    Ingmar Vriesema
    “Sigaren rollen tegen de tijdgeest in” (15 februari 2018) op nrc.nl op Wikipedia