dakkamer
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dakkamer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dakkamer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dakkamer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dakkamer is hier. De definitie van het woord dakkamer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandakkamer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- dak·ka·mer
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | dakkamer | dakkamers |
| verkleinwoord | dakkamertje | dakkamertjes |
- verblijfsruimte helemaal bovenin een gebouw, die daardoor beperkt is in grootte, bereikbaarheid en comfort
- ▸ Ik huurde er een dakkamer van twaalf vierkante meter.[2]
- ▸ Hij huurt het liefst dakkamers of kelders.[3]
- ▸ Soms gingen we helemaal naar boven in de school, de ruime trap op naar de bovenste verdieping waar recht tegenover de laatste treden, in de grootste dakkamer, het lokaal was van Van der Erve, de tekenleraar.[4]
- ▸ De Delwailles moesten nu ook kleiner gaan wonen. Maar niet in de goedkope achterbuurten. Liever een paar dakkamertjes gehuurd in een nette straat, waar ook renteniershuizen lagen.[5]
- Het woord dakkamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Weblink bron Michel Krielaars“‘Om onder Stalin te overleven kon je nooit direct zijn’” (27 juni 2019) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Martin Ros“Biografie Johann Georg Elser” (11 november 1989) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Van Lennep“Waarin...” (19 november 1983) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron “De bonte storm.”, 2e druk (1954), Leiter-Nypels, Maastricht / Van Ditmar, Antwerpen, p. 47
