dakschild

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dakschild. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dakschild, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dakschild in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dakschild is hier. De definitie van het woord dakschild zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandakschild, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Schematische weergave van een schilddak met 4 dakschilden
Uitspraak
Woordafbreking
  • dak·schild
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dakschild dakschilden
verkleinwoord dakschildje dakschildjes

Zelfstandig naamwoord

het dakschildo

  1. (bouwkunde) elk der hellende vlakken in een dak die samen de dakvorm bepalen
    • Holset nr. 96. Hoeve Winnebroek, gelegen aan de zuidkant van de Vijlenerweg wordt in 1735 vermeld als deel van de heerlijkheid Vaalsbroek (Oppenhoff, blz. 40). Drie losse gebouwen van vakwerk, xviii-xix; het woonhuis met zadeldak tussen eindgevels van baksteen aan de achterkant van de open plaats, aan weerskanten waarvan schuren die zijn afgedekt met schilddaken; breukstenen sokkels en vullingen van baksteen; tegen de noordelijke eindgevel van het woonhuis een aanbouw van vakwerk met schilddak; beide schuren met buitenwaartse uitbouw onder doorgetrokken dakschild (afb. 22).  
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen