debatiré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van debatir debatiré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van debatirse...
bestaat nog niet. Aanmaken? de·ba·tir debatir overgankelijk discussiëren, debatteren, redetwisten [1] discutir debatir in: Diccionario de la lengua española...
debatiría eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van debatirse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van debatirse...
debatido voltooid deelwoord (participio) van debatir debatido voltooid deelwoord (participio) van debatirse...
debatiendo onvoltooid deelwoord (gerundio) van debatir debatiendo onvoltooid deelwoord (gerundio) van debatirse...
debatimos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van debatirse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van debatirse...
eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van debatirse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van debatirse...
debates tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van debatir debates tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van debatirse...
wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van debatirse aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van debatirse...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van debatirse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van debatirse...