desempolvaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van desempolvar desempolvaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van desempolvarse...
toekomende tijd (futuro) van desempolvar desempolvare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van desempolvarse aanvoegende wijs derde...
persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van desempolvar desempolvaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van desempolvarse...
bestaat nog niet. Aanmaken? de·sem·pol·var desempolvar overgankelijk afstoffen ophalen, opdiepen, oprakelen desempolvar in: Diccionario de la lengua española...
eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van desempolvarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van desempolvarse...
desempolvado voltooid deelwoord (participio) van desempolvar desempolvado voltooid deelwoord (participio) van desempolvarse...
eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desempolvarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van desempolvarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desempolvarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desempolvarse...
persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desempolvarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van desempolvarse...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desempolvarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van desempolvarse...