despistaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van despistar despistaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van despistarse...
toekomende tijd (futuro) van despistar despistare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van despistarse aanvoegende wijs derde...
persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van despistar despistaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van despistarse...
bestaat nog niet. Aanmaken? des·pis·tar despistar overgankelijk misleiden, op een dwaalspoor brengen despistar in: Diccionario de la lengua española, 23e...
eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van despistarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van despistarse...
despistado voltooid deelwoord (participio) van despistar despistado voltooid deelwoord (participio) van despistarse...
despistamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van despistarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van despistarse...
eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van despistarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van despistarse...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van despistarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van despistarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despistarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van despistarse...