dalen, verminderen, aftakelen verwateren (gewoonte, gesprek) caerse [2] desplomarse caer in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real...
wederkerend zich naar beneden storten instorten, gesloopt worden [1] desplomarse [2] derruirse derrumbarse in: Diccionario de la lengua española, 23e...
het Spaanse werkwoord desplomar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) desplomar desplomado desplomando...