Geluid: dichtrijdend (hulp, bestand) dicht·rij·dend dichtrijdend onvoltooid deelwoord van dichtrijden Het woord dichtrijdend staat in de Woordenlijst...
Geluid: dichtrijdende (hulp, bestand) dicht·rij·den·de dichtrijdende verbogen vorm van dichtrijdend, het onvoltooid deelwoord van dichtrijden Het woord...
dichtrijd (hulp, bestand) dicht·rijd dichtrijd (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden ... dat ik dichtrijd. ...
Geluid: dichtrijden (hulp, bestand) dicht·rij·den samenstelling van dicht en rijden dichtrijden (sport) overgankelijk een achterstand ten opzichte...
van dichtrijden Ik rij dicht. gebiedende wijs van dichtrijden Rij dicht! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden Rij...
dichtrijden Ik rijd dicht. gebiedende wijs van dichtrijden Rijd dicht! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden Rijd...
van dichtrijden: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van dicht bw en gereden ww dichtgereden voltooid deelwoord van dichtrijden Het...
enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden Jij rijdt dicht. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden Hij rijdt dicht. (verouderd) gebiedende...
tegenwoordige tijd van dichtrijden ... dat jij dichtrijdt. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden ... dat hij dichtrijdt...
dichtrij (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtrijden ... dat ik dichtrij. Het woord dichtrij staat in de Woordenlijst Nederlandse...