dichtspijkeren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dichtspijkeren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dichtspijkeren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dichtspijkeren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dichtspijkeren is hier. De definitie van het woord dichtspijkeren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandichtspijkeren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • dicht·spij·ke·ren

dichtspijkeren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dichtspijkeren
spijkerde dicht
dichtgespijkerd
zwak -d volledig
  1. iets afsluiten door er planken tegenaan te spijkeren
    • In Kerkrade liet burgemeester Jos Som het café van de Hells Angels aan de Markt afgelopen week dichtspijkeren. Maar desondanks blijven de 'Angels'hun weg vinden naar de Limburgse gemeente. Sindsdien wordt de woning van Som permanent door de politie bewaakt.[2] 
  2. voorkomen dat iets kan gebeuren
    • In Amerika moet een ander bemanningslid in de cockpit plaatsnemen als de (co)piloot even weg moet. Een goede maatregel, vindt de overgrote meerderheid. Nederlandse luchtvaartmaatschappijen zouden deze regel moeten overnemen, vinden deze respondenten. Nu mogen piloten van bijvoorbeeld Transavia en KLM nog alleen in de cockpit achterblijven.Een minderheid gaat het te ver om na deze ramp "weer"meer maatregelen te nemen. "Alles dichtspijkeren lukt nooit, als iemand kwaad wil dan gaat het toch gebeuren."[3] 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 21 mei 2015
  3. de Telegraaf MARGO STOLS 30 mrt. 2015
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be