dienstregeling

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dienstregeling. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dienstregeling, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dienstregeling in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dienstregeling is hier. De definitie van het woord dienstregeling zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandienstregeling, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • dienst·re·ge·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord dienstregeling dienstregelingen
verkleinwoord dienstregelingetje dienstregelingetjes

de dienstregelingv

  1. regeling van de vertrek- en aankomsttijden van openbaar vervoer
    • De eerder aangekondigde marktverkenning naar alternatieve vervoerders op de hsl wordt dit najaar uitgevoerd door een onafhankelijk onderzoeksbureau. Als er voldoende vraag naar is en het kan rendabel, dan vraagt het kabinet aan NS om dit ‘aanvullende vervoersaanbod’ uit te voeren. NS behoudt in dat geval de concessie, maar schakelt een andere partij in als onderaannemer. Dat kan echter pas vanaf de dienstregeling van 2019, want die van 2018 staat eind dit jaar al goeddeels vast.[2] 
  2. boekje of ander medium waarin de vertrek- een aankomsttijden van het openbaar vervoer staan
    • De tweede pijler is het realistische decor van Christian Schmidt: een roterend sprookjesbos waar het goed minnekozen, verstoppen en besluipen is, en waar Leporello zijn catalogusaria zingt bij de dienstregeling in een bushokje: Kijk mevrouw, in ieder stadje een ander schatje![3] 
  3. regeling van de werkzaamheden in een dienst
    • In die dienstregeling zitten veel te lange diensten, vinden chauffeurs. De lange diensten zouden gecompenseerd worden met een pauze aan het einde van de dienst, maar daar gaan de chauffeurs niet mee akkoord. Ze willen liever een pauze halverwege hun dienst.[4] 
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Mark Duursma 17 juni 2016
  3. NRC Mischa Spel 10 mei 2016
  4. NRC Wouter van Dijke 8 december 2015
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be