diggen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord diggen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord diggen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je diggen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord diggen is hier. De definitie van het woord diggen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandiggen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • dig·gen
  • uit het Engels
  • uit het Noors

diggen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
diggen
digde
dag
gedigd
gedegen
zwak -d volledig
  1. snappen, begrijpen
     Er zit trouwens veel Engels in de jeugdtaal van de jaren zestig: ik noem cat, een ‘jongen die erbij hoort’, de mannelijke tegenhanger van een chick, en diggen (ook uitgesproken als ‘dikken’) in een zin als dat dig ik wel ‘dat vind ik wel leuk’ en die vogel digt 't wel ‘die doet 't goed’.[1]
  2. verzoeken
  3. nemen, ontvangen
  4. consumeren
  1. Bronlink Weblink bron
    H. Heestermans
    “De toren van Babel Jeugdtaal” (1987), Onze Taal. Jaargang 56