dikbuikig

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dikbuikig. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dikbuikig, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dikbuikig in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dikbuikig is hier. De definitie van het woord dikbuikig zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandikbuikig, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


dikbuikig
  • dik·bui·kig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen dikbuikig dikbuikiger dikbuikigst
verbogen dikbuikige dikbuikigere dikbuikigste
partitief dikbuikigs dikbuikigers -

dikbuikig [2]

  1. met een dikke buik
     Hij heeft jarenlang motorgereden, drinkt overvloedige hoeveelheden bier en springt zo vaak als maar kan dikbuikig het water in.[3]
     Ik geniet trouwens ook erg van de vrijdagavondsenioren die voor de buis roepen dat ze zó van de Leeuwinnen winnen. Laten we het één keer doen, mensen. Elf dikbuikige mannelijke amateurs tegenover Sari en co.[4]


  1. dikbuikig op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Lulu Miller
    “Waarom vissen niet bestaan” (2023), Lebowski Publishers op Wikipedia, ISBN 9789048867325
  4. Bronlink geraadpleegd op 6 juli 2024 Weblink bron
    Eefje Oomen
    “‘Als voetbalhater haast ik me nu het schompes voor Oranje’” (28-06-2019), Tubantia