dombo

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord dombo. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord dombo, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je dombo in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord dombo is hier. De definitie van het woord dombo zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandombo, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Dombo
Het olifantje Dombo in de gelijknamige tekenfilm.
  • dom·bo
  • van Amerikaans Engels dumbo, onder invloed van de tekenfilm Dumbo op Wikipedia (nl) uit 1941, in de betekenis van ‘sufferd’ voor het eerst aangetroffen in 1988 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord dombo dombo's
verkleinwoord

de dombov / m

  1. (scheldwoord) iemand die traag van begrip is
    • Pannenkoek: dan krijg je dat. Nooit eerder was Marco zo beledigd en heel Nederland voelde met hem mee. Een voormalige held vergelijk je niet met een kindertraktatie. Klootzak: oké. Zakkenwasser: moet kunnen. Prutser, nietsnut, hufter, dombo — alles is beter dan iemand die zijn stinkende best doet uit te maken voor een bruin en plat gerecht bestaande uit meel, melk, ei en een snufje zout. [3] 
96 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[4]