domheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord domheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord domheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je domheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord domheid is hier. De definitie van het woord domheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandomheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • dom·heid
  • afleiding van dom en met het achtervoegsel -heid
enkelvoud meervoud
naamwoord domheid domheden
verkleinwoord

de domheidv

  1. het dom zijn
    • De domheid van mannen valt soms met geen pen te beschrijven. 
     Maar dat kapitaal hadden ze daarna allemaal vastgezet op spaarrekeningen tegen 4-5 procent rente. Op een moment dat de inflatie rond de tien procent lag. Het was niet simpelweg domheid, eerder een soort conservatief snobisme.[1]
  2. het dom doen terwijl men beter zou moeten weten
    • Door haar domheid is de wasmachine stuk. 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be