donzen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord donzen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord donzen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je donzen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord donzen is hier. De definitie van het woord donzen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandonzen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • don·zen
  • afleiding van dons
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen

donzen [1]

  1. van dons gemaakt, met dons gevuld
    • Zwetend word ik wakker in mijn tent. Ik doe mijn muts af, trek mijn wollen sloffen uit en rits mijn dikke donzen slaapzak open. Het lijkt alsof ik in de Sahara kampeer en de zon op het doek brandt. Maar ik lig in een tentje in het ijzige noorden van Zweden. Uit angst voor onderkoeling heb ik me zo warm aangekleed dat ik juist oververhit ben geraakt. Snel weg met die warme kruik![2] 
  2. zacht als dons
    • Wees blij, zou je tot Stephan willen zeggen, dat jou de droefenis van die huisraad is ontgaan. De pluizenbolletjes zijn te schattig om dat bars op te merken. Maar Bervoets laat het de lezer denken. Onder haar donzen vertelstem zit een serpent, gelukkig.[3]  
90 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Ykje Vriesinga 12 januari 2013
  3. Volkskrant Arjan Peters 22 april 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be