Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
doodsangst. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
doodsangst, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
doodsangst in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
doodsangst is hier. De definitie van het woord
doodsangst zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
doodsangst, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de doodsangst m
- diepe, aanoudende vrees om uiteindelijk te moeten sterven
- ▸ Uitgangspunt is dat het besef te zullen sterven ondraaglijk is en dat mensen zich daartegen beschermen om niet verlamd te raken door hun doodsangst. Mensen verdedigen zich tegen die angst door te proberen tenminste op een symbolische manier onsterfelijk te worden: door te beseffen dat ze tot een volk, beweging, bedrijf of welke groep ook behoren die na hun dood nog blijft bestaan, door te geloven in een leven na de dood, door gewaardeerd te worden door anderen, door zichzelf te zien als waardevol binnen een cultuur die langer voortleeft dan zijzelf.[2]
- heftige, acute vrees om te sterven, paniek over een snel naderend einde van het eigen leven
- ▸ De opgeschrikte dorpelingen stoven als kippen uiteen. De GIA! De mensen gilden het uit. De meesten waren verlamd, totaal overmand door de doodsangst. Gelukkig had ik een wapen, ik kon ze een tijdje op afstand houden, maar ik was de enige die iets probeerde te ondernemen.[3]
- (figuurlijk) hevige vrees
- ▸ Nee, jíj luistert nu naar míj! Denk jij nou werkelijk dat ik voor mijn lol naar Amersfoort ben gegaan? In een bruin café met een onbekende over het all-inclusive systeem heb zitten praten terwijl mijn man herstellende is van een zenuwinzinking? Zijn verhaal te moeten aanhoren in de hoop er iets uit op te pikken waarmee ik verder kan? Daarna in doodsangst zitten omdat ik tegen jou moet liegen?.[4]
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[5]
|