doorpraten

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord doorpraten. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord doorpraten, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je doorpraten in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord doorpraten is hier. De definitie van het woord doorpraten zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vandoorpraten, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • door·pra·ten

doorpraten [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorpraten
praatte door
doorgepraat
zwak -t volledig
  1. zonder ophouden doorgaan met praten
    • Dinsdag houdt Dijkman een lezing in Huize Antonius en donderdag 23 april is er een rondleiding vanaf de Oosterdokskade. Dijkman kan uren doorpraten over de leeuwen. Hij lacht. 'Het is een uit de hand gelopen hobby.'[2] 
    • Terwijl ik op Twitter de eerste berichten las over wat er gaande was op het mediapark en Rob Oudkerk op Radio1 stug over het mestoverschot bleef doorpraten, ontving ik plots tientallen, misschien wel honderden, berichtjes, aan mij persoonlijk gericht.[3] 
  2. iets bespreken met anderen met als doel om tot overeenstemming te komen
    • De ChristenUnie wil het debat over de Teevendeal niet voortzetten, maar wel doorpraten over de cultuur op het ministerie van Veiligheid en Justitie. Daarover heeft de partij nog veel onbeantwoorde vragen.[4] 
    • Samir groeide die dag twee decimeter, liep weer rechtop en ging die maandag, na een weekend doorpraten over wat hij zou willen, een andere school zoeken of blijven, met meer zelfvertrouwen naar school. Al gauw was hij weer, net als op de basisschool, een van de druksten van de klas.[5] 
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[6]