niet. Aanmaken? do·ta·do dotado begaafd, getalenteerd, talentvol «una persona dotada » een begaafd persoon [1] talentoso dotado voltooid deelwoord (participio)...
(infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) dotar dotado dotando Aantonende wijs (modo indicativo) presente pretérito imperfecto...
Duits: gut bestückt (de) Engels: well hung (en) Frans: bien monté (fr), monté comme un âne (fr) Italiaans: ben dotato (it) Spaans: bien dotado (es)...