duel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord duel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord duel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je duel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord duel is hier. De definitie van het woord duel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanduel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • du·el
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘tweegevecht’ voor het eerst aangetroffen in 1636
enkelvoud meervoud
naamwoord duel duels
duellen
verkleinwoord duelletje duelletjes

Zelfstandig naamwoord

het duelo

  1. een gevecht tussen twee personen, gewoonlijk onder bepaalde regels
    • In de negentiende eeuw was het houden van duels vrij algemeen tussen heren van stand. 
  2. duel wedstrijd tussen twee personen of twee ploegen
    • Het duel tussen FC Twente en Heracles beloofde weer ongemeen spannend te worden. 
     Even later tekende Lewandowski wel voor zijn tiende Champions League-treffer. Oud-Ajacied Maximilian Wöber ging het duel met de Poolse spits veel te lomp in, waarna Lewandowski zijn zelf verdiende strafschop snoeihard in de linkerhoek schoot: 1-0.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord duel duelle

Zelfstandig naamwoord

duel

  1. duel


Engels

enkelvoud meervoud
duel duels

Zelfstandig naamwoord

duel

  1. duel
vervoeging
onbepaalde wijs to  duel 
he/she/it  duels 
verleden tijd  ] 
voltooid
deelwoord
 ] 
onvoltooid
deelwoord
 ] 
gebiedende wijs  duel 

Werkwoord

duel

  1. duelleren