duopolie

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord duopolie. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord duopolie, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je duopolie in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord duopolie is hier. De definitie van het woord duopolie zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanduopolie, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • duo·po·lie
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord duopolie duopolies
duopoliën
verkleinwoord

het duopolieo

  1. (economie) marktsituatie waarbij er slechts twee aanbieders zijn
     Volgens directeur Bart Combée van de Consumentenbond was Vodafone er in een eerder stadium zelf voorvechter van dat een derde partij nodig is voor voldoende keuzevrijheid voor consumenten. Nu zou slechts een "duopolie" overblijven op de Nederlandse markt.[1]
     Het succes van de all-in-one pakketten is één van de redenen dat de toezichthouder strenger toezicht wil kunnen houden op zowel KPN als VodafoneZiggo. Volgens de ACM dreigt een duopolie, een dubbel monopolie, op de Nederlandse telecommarkt.[2]
42 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink Weblink bron “'Fusie Ziggo en Vodafone slecht voor markt'” (07-07-2016), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron
    David Bremmer
    “Voor het eerst verstoken we 100 miljard MB in een kwartaal met de smartphone” (25-05-2018), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be