eclips

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord eclips. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord eclips, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je eclips in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord eclips is hier. De definitie van het woord eclips zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneclips, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • eclips
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verduistering’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
  • Via het Franse éclipse en het Latijnse eclipsis ontleend aan het Oudgriekse zelfstandig naamwoord ἔκλειψις (ékleipsis). Dit was een naamwoordelijke afleiding van het werkwoord ἐκλείπω (ekleípō, "weggaan, verduisteren"), zelf afgeleid van het werkwoord λείπω (leípō, "achterlaten") met het voorvoegsel ἐκ- (ek-) dat is afgeleid van het voorzetsel ἐκ/ἐξ (ek/ex, "uit").
enkelvoud meervoud
naamwoord eclips eclipsen
verkleinwoord eclipsje eclipsjes

de eclipsv / m

  1. (astronomie) het verschijnsel waarbij een ster en twee of meer andere hemellichamen in één lijn komen te staan, waardoor de schaduw van het ene hemellichaam het andere verduistert
    • De zons- en maansverduistering zijn de voor de mens meest zichtbare eclipsen. 
     Het verduisteren van de maan begon rond 04.30 uur en een uur later begon de totale eclips. Maar doordat een kwartiertje later de zon alweer opkwam in Nederland, kon alleen de start worden waargenomen.[2]
95 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[3]