econoom

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord econoom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord econoom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je econoom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord econoom is hier. De definitie van het woord econoom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneconoom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Jan Tinbergen bekend Nederlands econoom en Nobelprijswinnaar.

Uitspraak

Geluid: econoom (hulp, bestand)

Woordafbreking

eco·noom

Woordherkomst en -opbouw

met het voorvoegsel eco- met het achtervoegsel -noom ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	econoom	economen
verkleinwoord	econoompje	econoompjes

Zelfstandig naamwoord

de econoom m

(economie), (beroep) deskundige op het gebied van de economie, die economische gegevens bestudeert en economisch beleid aandraagt
- Economen hekelen de belastingplannen van de nieuwe regering.

Hyponiemen

macro-econoom, ontwikkelingseconoom

Afgeleide begrippen

economisme

Vertalingen

1. deskundige op het gebied van de economie

Duits: Ökonom ^(de) m, Wirtschaftswissenschaftler ^(de) m
Engels: economist ^(en)

Frans: économiste ^(fr) m
Spaans: ecónomo ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord econoom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "econoom" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.^[2]

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

↑ econoom op website: Etymologiebank.nl
↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot