eigendomsbewijs

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord eigendomsbewijs. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord eigendomsbewijs, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je eigendomsbewijs in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord eigendomsbewijs is hier. De definitie van het woord eigendomsbewijs zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneigendomsbewijs, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ei·gen·doms·be·wijs
enkelvoud meervoud
naamwoord eigendomsbewijs eigendomsbewijzen
verkleinwoord eigendomsbewijsje eigendomsbewijsjes

het eigendomsbewijso

  1. (economie) (juridisch) officieel stuk waarmee men kan aantonen eigenaar van iets te zijn
     Hij belde direct de dealer: "Ik wil niet onbeleefd zijn, maar u verkoopt een gestolen auto", zei Russel. Hij had nog het originele eigendomsbewijs en de sleutel van de auto. Ook kon hij via de politie aan een kopie van de aangifte van de diefstal uit 1970 komen.[2]
     Een paard moet ook een paspoort hebben. Daarin wordt wel de identiteit van het paard vastgelegd, maar het is geen eigendomsbewijs. In systemen is daardoor niet terug te vinden wie de eigenaar is. In gevallen van verwaarlozing is daardoor lang niet altijd de eigenaar te vinden.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2021 Weblink bron “Man vindt na 42 jaar gestolen auto” (16-07-2012), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 20 december 2021 Weblink bron “Paardensector vraagt om betere registratie” (21-12-2017), NOS