eigendom

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord eigendom. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord eigendom, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je eigendom in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord eigendom is hier. De definitie van het woord eigendom zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vaneigendom, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ei·gen·dom
  • In de betekenis van ‘wat men zijn eigen mag noemen’ voor het eerst aangetroffen in 1268 [1]
  • Afgeleid van eigen met het achtervoegsel -dom.
enkelvoud meervoud
naamwoord eigendom -
verkleinwoord - -

eigendom m/o [2]

  1. (juridisch) het recht op de heerschappij over een zaak, de omstandigheid dat een zaak iemand toebehoort
enkelvoud meervoud
naamwoord eigendom eigendommen
verkleinwoord eigendommetje eigendommetjes

het eigendomo [3]

  1. zaak die men zijn eigen mag noemen, bezit
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]