eindgroep

• Geluid:  eindgroep    (hulp, bestand)

• eind·groep

• samenstelling van  eind zn  en  groep zn 

de eindgroep v

1. de laatste (hoogste) groep in het basisonderwijs

   • Dat blijkt uit een onderzoek uit 2013, dat nu bekend is gemaakt, naar het reken- en wiskundeniveau in de eindgroep van het speciaal basisonderwijs. De gemiddelde leerling aan het eind van het speciaal basisonderwijs rekent nu op hetzelfde niveau als een leerling aan het eind van groep 5 in het regulier basisonderwijs.^[1] 

2. groep die op het einde van iets komt

   • De redacteur zou de taal wellicht houterig vinden, waarschijnlijk zelfs ongrammaticaal – echte puristen slaan aan het hyperventileren voor minder dan deze werkwoordelijke eindgroep (‘moesten gekost hebben’).^[2] 

3. groep die na een selectie op het eind overblijft

   • De Nederlandse tennissters zijn er niet in geslaagd de eindgroep te bereiken van de dertien landen die volgend jaar om de Fed Cup strijden. Het Nederlandse team verloor in de finale van de kwalificatieronde van Australië.^[3] 

• Het woord 'eindgroep' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eindgroep" herkend door: