agredir a·gre·dir aanvallen [1] atacar, embestir...
het Spaanse werkwoord embestir Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) embestir embestido embistiendo...
Duits: rammen (de) Engels: ram (en) Frans: éperonner (fr) Spaans: embestir (fr)...