embotellaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van embotellar embotellaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van embotellarse...
toekomende tijd (futuro) van embotellar embotellare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van embotellarse aanvoegende wijs derde...
persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van embotellar embotellaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van embotellarse...
Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? em·bo·te·llar embotellar overgankelijk bottelen [1] enfrascar embotellar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk...
eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van embotellarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van embotellarse...
embotellado voltooid deelwoord (participio) van embotellar embotellado voltooid deelwoord (participio) van embotellarse...
embotellamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van embotellarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van embotellarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van embotellarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van embotellarse...
persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van embotellarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van embotellarse...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van embotellarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van embotellarse...