van het Spaanse werkwoord emprar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) emprar emprado emprando Aantonende...
gebruik (af), benut (af), benuttig (af) Bulgaars: употребявам (bg) Catalaans: emprar (ca), gastar per l’us (ca), usar (ca), utilitzar (ca) Deens: benytte (da)...