encabezaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van encabezar encabezaré eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van encabezarse...
toekomende tijd (futuro) van encabezar encabezare aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud toekomende tijd (futuro) van encabezarse aanvoegende wijs derde...
persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van encabezar encabezaren aanvoegende wijs derde persoon meervoud toekomende tijd (futuro) van encabezarse...
Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? en·ca·be·zar encabezar overgankelijk leiden, aanvoeren [1] dirigir encabezar in: Diccionario de la lengua española, 23e...
eerste persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van encabezarse derde persoon enkelvoud voorwaardelijke tijd (condicional) van encabezarse...
encabezado voltooid deelwoord (participio) van encabezar encabezado voltooid deelwoord (participio) van encabezarse...
encabezamos eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van encabezarse eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van encabezarse...
enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van encabezarse gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van encabezarse...
eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van encabezarse derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van encabezarse...
meervoud tegenwoordige tijd (presente) van encabezarse gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van encabezarse...