entrediga aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van entredecir aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige...
él, ella, usted entrediga él, ella, usted entredijera entredijese él, ella, usted entredijere él, ella, usted entrediga no entrediga nosotros, nosotras...