exit

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord exit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord exit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je exit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord exit is hier. De definitie van het woord exit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanexit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • exit

exit

  1. (toneel) verlaat het toneel (regie-aanwijzing over acteurs)
    • Tweede tafereel. Hetzelfde vertrek; vuur op den haard. Eufrasia, de tuinman, de boom ligt midden in de kamer. Cavatina van den tuinman, die zich verontschuldigt dat hij op Mevrouws uitdrukkelijk bevel den lievelingsboom van Mijnheer heeft moeten omhouwen en in een smeltend mineur zijne vreeze te kennen geeft voor de gevolgen. Eufrasia verzekert dat haar echtgenoot, geheel verkleumd te huis komende, verkwikt zal worden door den gloed, wanneer zij den boom in het vuur werpen, 't geen geschiedt. Tuinman exit. [4]
  2. uitgespeeld, voorbij met, over, weg
    • Ik waarschuw maar even bij dit recept. Als je eenmaal aan de joek bent, is het exit cornflakes. [5]
    • Een pistoolschot trof in een duel op den 29sten Augustus Il. te Genève Ferdinand Lasalle. De persoonlijkheid, die in het jaar 1863 geheel Duitschland in rep en roer wist te brengen, die een scherp geteekend en boeijend bedrijf wist te beslaan in het drama van den strijd der Duitsche bewegingspartij tegen von Bismarck, is voor goed weggeruimd. Exit Lasalle. Het Duitsche drama gaat weder zijn gewonen gang. [6]
enkelvoud meervoud
naamwoord exit exits
verkleinwoord - -

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord

de exitm

  1. (toneel) verlaten van het toneel door een acteur
    • Bij de finale verschijnt de leidende acteur van de groep als roverhoofdman, vertoont een indrukwekkende pose en maakt zijn exit (…) [7]
  2. (figuurlijk) abrupt vertrek uit het publieke leven
    • Na de exit van Usain Bolt uit de atletieksport deze zomer ontstond een wereldwijde kakofonie over de vraag wie de grootste sporter aller tijden is. [8]
  3. het weggaan, verlaten
    • De dood in deze roman betekent echter meer dan zich terugtrekken, meer dan een exit, hij verwijst ook naar het binnentreden in een hogere, transcendente orde van bestaan. [9]
    • Het Papiere terrain is te bekrompen, om 'er het wonderlyk leeven van Sr. Brandis op te ontginnen, dies zal ik zyn leevensloop verwaarloozen, (hy is de duizenste niet, geweest die ze heeft verwaarloost) om zyn Exit uit dit hobbelig dal te beschryven. [10]
  4. manier om ergens uit te komen
    • Hoofdpersoon Cheryl praat vooral met zichzelf terwijl ze door de Californische natuur zwerft, op zoek naar een exit uit haar deprimerende bestaan. [11]
  • Brexit (rechtstreeks aan het Engels ontleend)
94 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[12]
  1. "exit" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. exit op website: Etymologiebank.nl
  4. "De zegepraal der Huwlijkstrouw." in: Braga. Dichterlijke mengelingen. (1844) Van Paddenburg & Comp., Utrecht; p. 55; geraadpleegd 2017-10-08
  5. Vreugdenhil, J.
    Exit cornflakes (4 maart 2009) op website: nrc.nl
    ; geraadpleegd 2017-10-08
  6. Quack, H.P.G.
    "Ferdinand Lasalle." in: De Gids. jrg. 28 deel 4 nr. 10 (oktober 1864) P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam
    ; p. 1; geraadpleegd 2017-10-08
  7. Jonker, N.
    "Kabuki, het populaire theater in Japan" in: Forum der Letteren. jrg. 13 nr. 4 (1972) Uitgeverij Smits, Den Haag
    ; p. 62; geraadpleegd 2017-10-08
  8. Camps, H.
    Hij sprak niet, hij dééd. Daarom is Senna de grootste (23 augustus 2017) op website: nrc.nl
    ; geraadpleegd 2017-10-08
  9. Bekkering, H. e.a.
    Cees Nooteboom Ik had wel duizend levens en ik nam er maar één! (1997) Uitgeverij Atlas, Amsterdam/Antwerpen / Letterkundig Museum, Den Haag
    ; ISBN 90 254 2337 X; p. 118; geraadpleegd 2017-10-08
  10. Campo Weyerman, J.
    Den ontleeder der gebreeken. Deel 1. (1724) Hendrik Bosch, Amsterdam
    ; p. 156; geraadpleegd 2017-10-08
  11. Hoogstraten,D. van
    Een typisch Amerikaanse verlossing" (25 februari 2015) op website: nrc.nl
    ; geraadpleegd 2017-10-08
  12. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • Afkomstig van het Latijnse exitus.
enkelvoud meervoud
exit exits

exit

  1. uitgang
vervoeging
onbepaalde wijs to  exit 
he/she/it  exits 
verleden tijd  exits 
voltooid
deelwoord
 exiting 
onvoltooid
deelwoord
 exited 
gebiedende wijs  exit 

exit

  1. naar buiten gaan
  2. vertrekken