factitief

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord factitief. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord factitief, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je factitief in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord factitief is hier. De definitie van het woord factitief zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfactitief, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • fac·ti·tief
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord factitief factitieven
verkleinwoord

het factitiefo

  1. (taalkunde) werkwoorden die uitdrukken dat het onderwerp de handeling niet zelf uitvoert maar dit door anderen laat doen
    • Ik heb mijn huis laten schilderen 
  2. (taalkunde) lijdend voorwerp dat niet alleen het slachtoffer van de handeling is maar ook het doel van de handeling
    • Ik '" bak' het vlees 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen factitief factitiever factitiefst
verbogen factitieve factitievere factitiefste

factitief

  1. (taalkunde) veroorzakend werkwoord
23 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[2]