farceur
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord farceur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord farceur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je farceur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord farceur is hier. De definitie van het woord farceur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfarceur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- far·ceur
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans; afleiding van farce
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | farceur | farceurs |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de farceur m
- (pejoratief) iemand die onzin uitkraamt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord farceur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "farceur" herkend door:
| 44 % | van de Nederlanders; |
| 52 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
