10 Resultaten gevonden voor "fatsoenering".

fatsoeneer

Geluid:  fatsoeneer    (hulp, bestand) fat·soe·neer fatsoeneer eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fatsoeneren Ik fatsoeneer.  gebiedende...


fatsoenerend

Geluid:  fatsoenerend    (hulp, bestand) fat·soe·ne·rend fatsoenerend onvoltooid deelwoord van fatsoeneren...


fatsoenerende

Geluid:  fatsoenerende    (hulp, bestand) fat·soe·ne·ren·de fatsoenerende verbogen vorm van fatsoenerend, het onvoltooid deelwoord van fatsoeneren Het woord...


fatsoeneren

Geluid:  fatsoeneren    (hulp, bestand) fat·soe·ne·ren afleiding van fatsoen fatsoeneren iets of iemand netjes maken / in orde brengen Begin jaren negentig...


gefatsoeneerd

 gefatsoeneerd    (hulp, bestand) ge·fat·soe·neerd vervoeging van fatsoeneren: de stam met omvoegsel ge- -d gefatsoeneerd voltooid deelwoord van fatsoeneren...


fatsoeneert

enkelvoud tegenwoordige tijd van fatsoeneren Jij fatsoeneert.  derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fatsoeneren Hij fatsoeneert.  (verouderd) gebiedende...


adecentar

adecentar a·de·cen·tar overgankelijk opruimen, opknappen, fatsoeneren, in orde brengen...


adecentarse

adecentarse a·de·cen·tar·se wederkerend zich opknappen, zich fatsoeneren...


fatsoeneerde

 fatsoeneerde    (hulp, bestand) fat·soe·neer·de fatsoeneerde enkelvoud verleden tijd van fatsoeneren Ik fatsoeneerde.  Jij fatsoeneerde.  Hij, zij, het fatsoeneerde. ...


fatsoeneerden

 fatsoeneerden    (hulp, bestand) fat·soe·neer·den fatsoeneerden meervoud verleden tijd van fatsoeneren Wij fatsoeneerden.  Jullie fatsoeneerden.  Zij fatsoeneerden. ...