fichu

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord fichu. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord fichu, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je fichu in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord fichu is hier. De definitie van het woord fichu zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfichu, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. Een dame met een witte fichu.
  • fi·chu
enkelvoud meervoud
naamwoord fichu fichu's
verkleinwoord fichuutje fichuutjes

de fichum

  1. (kleding) driehoekig gevouwen doek zoals vrouwen die in de 18e en 19e eeuw om de hals droegen
    • Toen David zich omkeerde naar de veranda, de houten zuilengaanderij, had hij gezien dat ook Madame veranderd was. Het verveelde en kwijnende was van haar gevallen; haar ogen schitterden, mond en wangen leken warmer rood - kwam dat van de kus? - en zij hield de handen tegen haar borst, half in de ijle fichu, waaronder het bewogen deinde. [3]
12 % van de Nederlanders;
14 % van de Vlamingen.[4]


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  fichu     le fichu     fichus     les fichus  

fichu m

  1. halsdoek

fichu

  1. (spreektaal) kapot, naar de knoppen
    «La télé est fichue
    De televisie is naar de knoppen. [1]