fietsenmaker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord fietsenmaker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord fietsenmaker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je fietsenmaker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord fietsenmaker is hier. De definitie van het woord fietsenmaker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfietsenmaker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een fietsenmaker.
  • fiet·sen·ma·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsenmaker fietsenmakers
verkleinwoord fietsenmakertje fietsenmakertjes

de fietsenmakerm

  1. (beroep) een persoon die fietsen verkoopt en repareert
    • De fietsenmaker om de hoek. 
  2. (informeel), (onderwijs) bijnaam voor een Delftse student of meer in het algemeen een student werktuigbouwkunde
    • Als Delftse student überhaupt sta je al bekend als fietsenmaker.[1] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Welke opleiding heb je (gehad)?, onemorething.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be