Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
flink. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
flink, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
flink in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
flink is hier. De definitie van het woord
flink zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
flink, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘fors, stevig’ voor het eerst aangetroffen in 1655
flink
- stevig van lichaamsbouw
- Je zoon is al een flinke jongen geworden.
- groot van afmeting of hoeveelheid
- Hij nam een flinke teug van het bierflesje.
- Jan heeft een flink pak slaag gekregen.
- sterk van karakter
- Wees een flinke jongen en gedraag je.
1. stevig van lichaamsbouw
2. groot van afmeting of hoeveelheid
flink
- in hoge mate, veel, snel
- Als ze wil kan ze flink eten.
- ▸ Ik zette er flink de pas in en na een tijdje begon ik bijna te rennen want ik kon de hamburgers al ruiken!
100 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.
|
flink
- flink
- «Aangenaam verras, maar met ’n flinke skeut sinisme.»
- Aangenaam verrast, maar met een flinke scheut cynisme.