Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
flinkheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
flinkheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
flinkheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
flinkheid is hier. De definitie van het woord
flinkheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
flinkheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de flinkheid v
- het moedig en doortastend zijn
- Maar met haar geschreeuw tegen Van Aartsen zoekt Schutten haar concurrent juist op en probeert ze Partij van de Ouderen te overtroeven in rechtse flinkheid. Dit is niet alleen een gemiste kans, maar zo dreigt ook het gevaar dat de ouderenpartijen elkaar uit de gemeenteraad vechten. Met hun boosheid. [2]
- Aan hoeveel zaken zijn onze regeringen begonnen, die ze niet vol kunnen houden? En dan was dat nog direct voor de eigen burgers: kinderopvang, toeslagen, … Deze ongevraagde flinkheid zal duur blijken te zijn en misschien ook weer onhoudbaar. En we waren niet eens gevraagd …." [3]
- Veel van de klachten die bij de ombudsman binnenkwamen, zijn terug te voeren op onmogelijke opdrachten waarmee uitvoeringsdiensten zijn opgezadeld, stelt Van Dooren. De politiek legt vanuit het oogpunt van efficiency en flinkheid taken op aan uitvoeringsinstanties waarmee deze vervolgens niet uit de voeten kunnen. [4]
- viriliteit, stoerheid, stootkracht, braafheid, onversaagdheid, opschepperij, guts, bravoure, werklust, vitaliteit, slagkracht, kloekheid, daadkracht, fut,
92 % |
van de Nederlanders;
|
84 % |
van de Vlamingen.[5]
|