fokzeug

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord fokzeug. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord fokzeug, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je fokzeug in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord fokzeug is hier. De definitie van het woord fokzeug zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanfokzeug, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fok·zeug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fokzeug fokzeugen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de fokzeugv

  1. (veeteelt) vrouwelijk varken dat men houdt om biggetjes te laten baren
    • In ons land worden jaarlijks 14,4 miljoen varkens geslacht. Ze zijn dan zes maanden oud. Een fokzeug wordt in tweeënhalf jaar vier keer kunstmatig bevrucht. Per worp worden gemiddeld twaalf biggetjes geboren.  
    • Het plan betreft de bouw van een compleet nieuw zeugenbedrijf voor 3.003 fokzeugen, 432 opfokzeugen en vier dekberen. Het bedrijf, waar vijf tot zes medewerkers actief zullen zijn, wil zich uitsluitend met fokken bezig houden. Na het spenen gaan ze naar een ander bedrijf om tot fokzeug of vleesvarken uit te groeien.  
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.


Verwijzingen